Naar schatting worden in ons land jaarlijks circa 30.000 – 40.0000 mensen geconfronteerd met de diagnose huidkanker
Huidkanker is te onderscheiden in drie belangrijke hoofdgroepen
- Basaalcelcarcinoom: ontstaat in de opperhuid en is veruit de grootste groep (70 %). Dit type komt vooral op het gelaat voor. Veelal treft dit mensen vanaf 45 jaar, maar het kan ook bij jongeren voorkomen. Het groeit zeer langzaam en zaait vrijwel nooit uit. Het oogt als een glad, glazig knobbeltje dat heel langzaam groeit. Op den duur ontstaat in het midden een zweertje, met een parelachtige glans er omheen.
- Plaveiselcelcarcinoom: ontstaat in de opperhuid. Dit type komt vooral voor bij mensen van zestig jaar en ouder. Het groeit sneller en zaait uiteindelijk wel uit als het onbehandeld blijft. Dit type komt vooral voor op het gelaat en de rug van de hand. Het begint als een rose-rood knobbeltje, soms met een schimmelkorstje erop.
- Melanoom: ontstaat uit de pigmentcellen in de opperhuid. Het komt bij circa 10% van de patiƫnten met huidkanker voor. Dit type huidkanker is redelijk zeldzaam, maar komt steeds vaker voor. Het treft vooral mensen van dertig tot zestig jaar, maar kan bij iedereen voorkomen. Het begint vaak met veranderingen in een moedervlek. Een melanoom groeit betrekkelijk snel en kan ook in een vroeg stadium uitzaaien.
Als het vermoeden bestaat dat er bij u sprake is van huidkanker, dan zal er een stukje van het weefsel moeten worden verwijderd voor onderzoek. Meestal gebeurt dit onder plaatselijke verdoving (biopsie). Als de verdenking op huidkanker erg groot is, kan er besloten worden het plekje direct in zijn geheel verwijderen. Als er aanwijzingen zijn dat er sprake zou kunnen zijn van een melanoom dan zal de tumor in zijn geheel worden weggehaald. Een patholoog onderzoekt het verkregen weefsel onder de microscoop. Alleen door dit onderzoek is definitief vast te stellen of het om kanker gaat en welke vorm van huidkanker het betreft.